Of je nu fan bent van Bach of van Ronnie Flex. Van architectuur houdt of van schilderkunst. Het Rijks of het Stedelijk adoreert. Moet lachen om de grappen van Tim Fransen of die van Ton Kas. Zaterdagavond het liefst doorbrengt in het Concertgebouw of in de Ziggo Dome. Je Hermans leest of Saskia Noort. Cultuur is overal. En gelukkig maar. Want zonder cultuur geen betekenisgeving. Wat zou overblijven is een samenleving als leeg omhulsel. En dat zou schadelijk zijn. Toch?
In onze neoliberale samenleving wordt het belang van cultuur vaak in twijfel getrokken. Cultuur staat volgens de meeste neoliberalen nou eenmaal haaks op de belangrijkste waarde die zij aanhangen: nut en efficiëntie. Dat tien jaar Rutte daarom nadelig zou uitpakken voor de culturele sector – ik refereer aan een Halbe Zijlstra, ik noem een Eric Wiebes – was te voorspellen.
Maar waar het tot voor kort ‘slechts’ voor sommige instellingen moeilijk was het hoofd boven water te houden, komt met de coronacrisis het bestaan van de cultuursector an sich in gevaar. Deze crisis maakt in een klap duidelijk hoe Nederland aankijkt tegen de sector. Anders dan Merkel, die vol trots de steun aan haar cultuursector presenteert, omdat zij het belang erkent van de Duitse theaters, bioscopen, musea en operahuizen. Ook anders dan Macron, die een groot programma van culturele overheidsopdrachten afkondigt om ‘de rijkdom van het Franse culturele landschap te beschermen’.
Geheel in lijn met de verwachtingen onderschat Nederland daarentegen weer eens het belang van de kunst en cultuur in het land. Maar waarom neemt Nederland haar cultuursector eigenlijk niet echt serieus? Omdat in Nederland cultuur nu eenmaal vaak wordt afgedaan als linkse hobby. Een elitaire aangelegenheid. Geldverspilling pur sang. Niets voor niets presenteerde Noord-Brabant de beleidsplannen rond cultuur in haar regeerakkoord onder het kopje ‘vrije tijd’.
Ironisch genoeg is het juist rechts, a la de coalitie in Noord-Brabant, dat altijd hartstochtelijk pleit voor de ‘Nederlandse’ cultuur. Achter deze ‘Nederlandse’ cultuur zit een diepere gelaagdheid van culturele uitingen. Want wie kan er nu nog een Gouden Eeuw voorstellen zonder Rembrandt? Het is te hopen dat de regeringspartijen zich realiseren dat ze in de toekomst cultuur keihard nodig hebben. Want wat is ook de steun aan KLM waard zonder de cultuurtoerist? Daarnaast kan men ook vanuit neoliberaal oogpunt het economische belang van de cultuursector onderstrepen: zij is namelijk goed voor bijna 4 procent van het bnp.
Welke invulling je op basis van je ideologie ook aan de cultuursector geeft, we kunnen niet zonder. Na jaren van bezuinigingen zou juist dit een goed moment zijn om dat te erkennen. Het is tijd voor een herwaardering van kunst en cultuur in Nederland. Daarbij is verruiming van het begrip cultuur gewenst, zodat iedereen de waarde ervan kan inzien. Een uitgelezen kans dus om cultuur toegankelijk te maken voor het brede publiek. Cultuur is immers zoals Merkel zei: ‘elementair voor de maatschappelijke samenhang’. En laten we dat net nu nodig hebben: verbinding. Verbinding, omdat cultuur voor ons allemaal nut heeft
Emma Verhaar (BA Geschiedenis, MA Bestuur & Beleid) // Geboren in ‘Little Amsterdam‘

Foto Header: © Denise Jans via Unsplash